Deze site maakt gebruik van cookies. Sommige zijn essentieel, terwijl andere uw surfervaring verbeteren en ons in staat stellen om te adverteren. Voor meer informatie, bezoek de pagina privacybeleid.
Your preferences have been updated.
Perfect weer, hartverwarmende gastvrijheid en spectaculaire stranden - geen wonder dat Aruba en toerisme synoniem zijn.
In de jaren twintig van de vorige eeuw ontving Aruba maar een paar bezoekers. Tussen 1924 en 1928 werden er ongeveer 200 jachten, motorschepen en tankers geregistreerd, die Amerikaanse zakenlui en bezoekers naar het eiland brachten.
Sinds de opening in 1924 was de olieraffinaderij Lago jarenlang de voornaamste werkgever op het eiland. Maar in de jaren vijftig verloren veel mensen hun baan als gevolg van de automatisering. Om de economie een impuls te geven, ging men op zoek naar een nieuwe industrie en de Nederlandse regering stelde de meest voor de hand liggende keuze voor - toerisme.
In 1947 werd de commissie Toerisme op Aruba ingesteld om het toerisme op het eiland te bevorderen en te sturen, met Ernst Bartels aan het roer. In 1953 werd de commissie officieel het Aruba Tourist Bureau (ATB). Dit was een kleine organisatie met slechts twee medewerkers: Ernst Bartels bleef de baas en Casper Wever werd zijn assistent. Het ATB zette het cruciale werk voort om Aruba te promoten als toeristische bestemming, vooral in de Verenigde Staten, een van de belangrijkste markten voor het Caribische gebied.
Het Caribbean Hotel, het eerste resorthotel van Aruba met meerdere verdiepingen, opende zijn deuren in 1959 en werd al snel een favoriete pleisterplaats voor wereldberoemde jetsetters. Vanaf dat moment tot 1977 nam het aantal hotels toe tot 16, waarvan vijf de trotse bezitter van een eigen casino, en bereikte het aantal kamers een totaal van 2.148.
In januari 1983 sloot de Amerikaanse firma Sasaki Associates, bijgestaan door diverse overheidsinstanties, een zes maanden durend onderzoek af met betrekking tot de ontwikkeling van de belangrijkste toerismecorridor - het kustgebied dat zich uitstrekt van Oranjestad tot California Point in de noordwesthoek van het eiland. Met de brede stranden, het warme oceaanwater en het eenvoudig te ontwikkelen land, werd dit gebied het speerpunt in de groei van het toerisme op Aruba. Grote investeringen van de overheid in wegen, waterlijnen en andere infrastructuur maakten de grootschalige ontwikkeling van resorthotels mogelijk.
Bij de ontwikkeling van het nieuwe wegennetwerk werd veel zorg besteed aan de bescherming van kwetsbare gebieden, waaronder de unieke geologische formaties en duinen van Arashi/California Point, en de verschillende zoutvlakten waar in regenachtige perioden wilde dieren hun toevlucht zoeken. In het algemeen hebben de ontwikkelaars geprobeerd de schoonheid van het bestaande ruige landschap en de inheemse vegetatie te behouden.
In 1984 was het toerisme een goed ontwikkelde sector van de Arubaanse economie, waarbij alleen de olieraffinaderij meer bijdroeg aan het bruto nationaal product. In 1985 had de sluiting van de olieraffinaderij, als gevolg van de afbrokkelende marktwaarde en inkrimping van de aanvoer van Venezolaanse olie, een enorme impact op de Arubaanse economie. In 1986 verkreeg Aruba de Status Aparte, waarbij het eiland zich terugtrok uit de Nederlandse Antillen en als autonome entiteit ging fungeren binnen het Koninkrijk der Nederlanden. Binnen deze context nam het toerisme de rol over van de sterkste economische kracht van Aruba.
Na de sluiting van de olieraffinaderij in 1985 besloot de Arubaanse overheid te investeren in het toerisme, als de voornaamste economische pijler van het eiland, en verving in 1986 het ATB door de nieuw opgezette Aruba Tourism Authority (ATA). De ATA werd belangrijker en concentreerde zich op de ontginning van nieuwe markten en de uitbreiding van de marketingactiviteiten.
In de periode van 1986 tot 1996 groeide het toerisme op Aruba tot bijna twee keer het percentage toerisme in het hele Caribische gebied. Vanaf 1986, toen de bouw van hotels werd hervat, tot 1991, verdubbelde het aantal hotelkamers van 2.776 tot 5.625. Tijdens dezelfde periode vervijfvoudigde ook het aantal time shares, van 337 units tot 1.967 units. Eind 1996 waren er 7.103 kamers, waarvan in totaal 2.272 time share units.
De raffinaderij werd in 1990 heropend door Coastal, maar het toerisme bleef de belangrijkste economische steunpilaar, dat het merendeel van de exportinkomsten genereert. De overheid speelde een cruciale rol in de groei van het toerisme door aanzienlijke middelen in te zetten om de inkomsten te vergroten en werkgelegenheid te scheppen, een basale infrastructuur te ontwikkelen om hotels en andere toeristische faciliteiten van dienst te zijn, en de uitbreiding van toeristische accommodaties rechtstreeks te ondersteunen door gedeeld eigenaarschap van drie hotels met in totaal 600 kamers.
De hotels zijn geconcentreerd in twee grote gebieden: het hoogbouwgebied in Palm Beach en het laagbouwgebied in Eagle Beach en Punta Brabo. De meeste hotels zijn in buitenlandse handen en veel ervan zijn internationale merken. Ondanks de toename van de hotelcapaciteit kan Aruba bogen op een van de hoogste bezettingsgraden in de Caraïben, met een gemiddelde van 75% - het hele jaar door. De populariteit van Aruba is consistent gebleven, niet alleen door de perfecte combinatie van zon, zand en zee, maar ook door de gastvrijheid van de eilandbewoners, de hoge mate van veiligheid, de politieke stabiliteit en het succes in diverse niches, zoals activiteiten, het nachtleven, shopmogelijkheden en restaurants.
De luchthaven, gebouwd in 1972 en uitgebreid in 1987, is kortgeleden gemoderniseerd en opnieuw uitgebreid. De Amerikaanse immigratiedienst arriveerde in 1988 en de Amerikaanse douane in 2000; beide diensten bevinden zich in een nieuw, ultramodern gebouw dat uitsluitend is bestemd voor vertrek naar de VS. Deze speciale faciliteit maakt het mogelijk om voor vluchten naar de VS de immigratie- en douaneactiviteiten voor de VS op Aruba af te ronden - een enorm gemak voor reizigers naar de Verenigde Staten.
De Aruba Tourism Authority (A.T.A.) is de Destination Marketing and Management Organisation (DMMO) voor Aruba.
Toerisme op Aruba is niet alleen onze bron van bestaan; het is ook een deel geworden van onze identiteit als gemeenschap. In het onderwijs wordt onze jeugd het belang bijgebracht van het toerisme op Aruba, waardoor onze bevolking servicegericht en gastvrij is. Veel van onze bezoekers komen voor de prachtige witte stranden, maar ze komen vooral terug omdat ze zich hier thuis voelen.
Nog gemakkelijker dan zelf je weg vinden, is je laten rondleiden door een eilandbewoner die Aruba kent en liefheeft.
OntdekWe zijn nog maar net begonnen met de geweldige effecten die Aruba te bieden heeft. Bekijk hieronder jouw reisinformatie en ontgrendel een Caribische beleving die je zonniger, gelukkiger en (natuurlijk) een beetje bruiner zal maken.